In mei 2015 publiceerde het Rijksvastgoedbedrijf zijn richtlijn Afstootstrategie voor de jaren 2015-2020. Daarin geeft het Rijk aan hoe er wordt omgegaan met vastgoed dat het niet meer in gebruik heeft. Denk hierbij aan Rijkskantoren, gevangenissen en rechtbanken. Ook het Landgoed Paleis Soestdijk kon in 2015 gerekend worden tot het zogenoemde onnodige Rijksvastgoed. De richtlijn geeft aan dat er ingeval verkoop van Rijksvastgoed sprake moet zijn van een reële prijs. Tussen haakjes wordt daarbij aangegeven dat er geen sprake mag zijn van staatssteun.
De MeyerBergman Erfgoed Groep [MBEG] mag zich na een dubieuze en in het duister verlopen aanbestedingsprocedure sinds december 2017 de nieuwe eigenaar noemen van het 165 hectare grote binnen het Natuurnetwerk Nederland gelegen landgoed. Daar werd inclusief alle op het landgoed aanwezige opstallen een door de projectontwikkelaar zelf bedachte som van 1.7 miljoen euro voor betaald. Het is evident dat die lage prijs zich niet verhoudt tot de werkelijke waarde van het landgoed. Neem als voorbeeld de binnen de bebouwde kom van Baarn gelegen Villa Intimis van mediatycoon Joop van den Ende. Die villa kwam in 2016 voor 13 miljoen euro in handen van veevoederkoning Koen de Heus. Dat het enorme Landgoed Paleis Soestdijk met zijn vele opstallen een hogere marktwaarde vertegenwoordigt dan Villa Intimis is geen gekke gedachte.
De door de MBEG betaalde lage prijs voor het Landgoed Paleis Soestdijk is steeds verdedigd als een noodzakelijke kostendrager voor de restauratie van het paleisgebouw. Zo bezien zou er sprake kunnen zijn van een reëele verkoopprijs. Maar hoe zit het met de bouw van de inmiddels 98 woningen middenin beschermd bosgebied waar het vorig jaar februari door de gemeenteraad van Baarn vastgestelde Bestemmingsplan Landgoed Paleis Soestdijk in voorziet?
Uit officiële stukken blijkt, dat er met de restauratie/renovatie van het paleisgebouw iets meer dan 8 miljoen euro is gemoeid. Trek daar de vier miljoen restauratiesubsidie vanaf die de projectontwikkelaar inmiddels in het vooruitzicht is gesteld en het wordt duidelijk dat de door de projectontwikkelaar voor het landgoed betaalde fooi voldoende ruimte zou moeten bieden voor de restauratie. Dat er sprake is van 44 miljoen euro aan totale projectkosten doet niet ter zake. Het feit dat de natuur hier ten faveure van de portemonnee van een projectontwikkelaar wordt ingezet als melkkoe is en blijft voor Behoud het Borrebos onverkwikkelijk!
Om dit standpunt nog meer te onderstrepen is eind vorig jaar aan het Rijksvastgoedbedrijf gevraagd de in 2017 getaxeerde marktwaarde van het landgoed openbaar te maken. Aan een daartoe ingediend Woo-verzoek is ook na gemaakt bezwaar geen gevolg gegeven. Bij de afdeling Bestuursrecht van de Rechtbank Midden-Nederland is afgelopen maart beroep aangetekend tegen het besluit van het Rijksvastgoedbedrijf en het wachten is op de behandeling van dat beroep. In antwoord op afgelopen april door Eva van Esch (Partij voor de Dieren) aan minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening gestelde Kamervragen aangaande de weigering komt de minister niet verder dan het papegaaien van het standpunt van het Rijksvastgoedbedrijf.
Het antwoord op de meer politieke vraag of er in 2017 inderdaad sprake was van onterecht door het Rijk verleende staatssteun luidt wat Behoud het Borrebos betreft volmondig ‘ja’. Opvallend genoeg hield de politiek zich tot op heden stil over de dubieuze waarop Paleis Soestdijk in bezit kwam van de MBEG. Kennelijk heeft men in Den Haag geen boodschap aan de in de afstootrichtlijn opgenomen randvoorwaarden bij verkoop: ‘openbaar, marktconform en transparant’. Anders gezegd, men was waarschijnlijk blij zo van het Landgoed Paleis Soestdijk af te zijn.
En dan nog dit
Ook pogingen de onderzoeksjournalistiek warm te maken de door ons gesuggereerde ongeoorloofde staatssteun bloot te leggen lopen op niets uit, want er zouden zich in dit dossier geen nieuwe feiten hebben voorgedaan. Bovendien mist men een ‘smoking gun’. Hierbij wordt verwezen naar een inmiddels op een aantal punten achterhaald artikel in de NRC van 18 juni 2o21. Een van de punten uit dit overigens interessante verhaal is het feitelijk onjuist gebleken bedrag van minstens 30 miljoen euro dat nodig zou zijn voor de renovatie van het paleis. Inmiddels weten we dat de MBEG daar iets meer dan 8 miljoen euro voor moet uittrekken. Zo bezien verkrijgt deze passage uit het NRC-artikel nieuwe actualiteit:
Wellicht ligt hierin verscholen de reden van de weigering van het Rijksvastgoedbedrijf de marktwaarde van het landgoed openbaar te maken. Ondanks de desinteresse van politiek en journalistiek voor dit aspect van het dossier Paleis Soestdijk zal Behoud het Borrebos – ook in het belang van de natuur! – tot in hoogste instantie blijven pleiten voor openbaarmaking van de marktwaarde. Dit omdat voor ons vaststaat het Rijk bij de verkoop van Paleis Soestdijk wel degelijk een scheve schaats heeft gereden.
Of het tot uitvoering van het bestemmingsplan voor het landgoed komt wordt eerst later dit jaar duidelijk als de Raad van State zich daarover heeft uitgesproken. Dan zullen we zien of de laatste regel uit het van de website Cobouw.nl geplukte citaat van paleisvrouwe Maya Meijer-Bergmans nog opgeld doet: “We hebben ons verbaasd dat zo’n toplocatie te koop zou komen. Ik denk dat het Rijk op termijn spijt zal krijgen: een paleis hoort bij ons nationaal erfgoed, dat gooi je toch niet op de markt. Het is wel typisch Nederlands om dat wel te doen. Die kans was te mooi om waar te zijn.”
Kees Koudstaal