Landgoed Paleis Soestdijk zoals het moet zijn

Vandaag de tentoonstelling Voorlopers in de tuin van Paleis Soestdijk bezocht. Alhoewel de geëxposeerde kunstobjecten niet direct op mijn enthousiasme kunnen rekenen, kwestie van smaak, was het heerlijk vertoeven in de historische paleistuin. Daar droeg zeker het fraaie zomerse weer toe bij. De blik op alles wat de natuur te bieden heeft in de historische Zochertuin achter het paleisgebouw sprak echter het meest tot mijn verbeelding.

Noem het toeval, maar tijdens mijn wandeling loop ik paleiseigenaresse Maya Meijer-Bergmans tegen het lijf. Ze is in gesprek met een afvaardiging van de lokale omroep RTVBaarn als ze mij ontdekt. “Kees? Is dat Kees? Warempel, wat leuk!” Alhoewel zij mij in de afgelopen jaren heeft leren kennen als een uitgesproken opposant van haar plannen voor het landgoed en ik vlak voor het raadsbesluit van afgelopen februari haar uitnodiging afwees om tête-à-tête met haar van gedachten te wisselen over haar paleisplannen, is het een vriendelijk weerzien. Natuurlijk complimenteer ik haar met de expositie. Die past immers precies bij de museale functie die ik sinds het overlijden van de laatste Oranje-bewoners in gedachten had voor de toekomst van het historische landgoed. Als iemand uit haar gevolg laat vallen dat de openlucht concerten die volgende maand losbarsten in de voortuin van het paleis door velen ook zo positief worden gewaardeerd, houd ik het bij de opmerking dat de natuur daar anders in staat. Ik wens Maya nog een fijne dag en trek verder de paleistuin in. 

Later dit jaar behandelt de Raad van State het door Behoud het Borrebos ingediende bezwaarschrift tegen het bestemmingsplan Landgoed Paleis Soestdijk. Het kan zomaar zijn dat de paleiseigenaresse en ik elkaar dan in Den Haag weer tegen het lijf lopen. Of er dan na ons uitgesproken verzet tegen de landgoedplannen ook sprake zal zijn van een ontspannen weerzien zal de tijd leren… 

Blijft staan dat een bezoek aan de paleistuin alleszins de moeite waard is.  De beelden op deze pagina spreken wat dit betreft voor zich.

Kees Koudstaal