Als je mekaar niet meer vertrouwen kan…

Afgelopen maart diende voor de bestuursrechter van de Rechtbank Midden-Nederland het beroep tegen de weigering van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de in 2017 getaxeerde marktwaarde van het Landgoed Paleis Soestdijk openbaar te maken. Kennis van die marktwaarde is niet alleen van belang om vast te kunnen stellen of de bouw van woningen in het Borrebos als kostendrager voor de restauratie van het paleis noodzakelijk is. Het kan ook antwoord geven op de vraag of er bij de verkoop van het landgoed wellicht sprake was van onterechte staatssteun.

De vraag naar de marktwaarde van het landgoed komt niet uit de lucht vallen. In een opgedoken memo van het Rijksvastgoedbedrijf wordt een ambtenaar aangehaald die in 2017 aan zijn directie vraagt of de prijs van 1.7 miljoen euro die de MeyerBergman Erfgoed Groep (MBEG) dat jaar voor het landgoed betaalde wel in juiste verhouding staat tot de marktwaarde daarvan. Het antwoord op die relevante vraag is in het memo weggelakt. Pogingen om middels een Wob-verzoek de marktwaarde op tafel te krijgen lopen op niets uit. Vandaar dat in maart 2023 beroep is aangetekend bij de Rechtbank Midden-Nederland.

“Beroep gegrond, maar besluit minister blijft in stand”

Twaalf maanden later oordeelt de Rechtbank dat de minister het opgemaakte taxatierapport terecht geheim houdt. De bestuursrechter deelt de opvatting van de minister, dat inhoudelijke kennis van dit rapport zou zicht kunnen bieden op de achterliggende taxatiemethode en zo de financiële belangen van de Staat bij de verkoop van ander rijksvastgoed zou kunnen schaden. Los van het feit dat dit argument vergezocht is, er is immers maar één Paleis Soestdijk en dat laat zich met geen ander rijksvastgoed vergelijken, is er nooit gevraagd om openbaarmaking van het taxatierapport. Het Rijksvastgoedbedrijf is slechts uitgenodigd met het eindbedrag van de taxatie voor de dag te komen. In dezen oordeelde de Rechtbank het aangetekende beroep geslaagd. Toch mag de minister de marktwaarde onder de pet blijven houden. De Rechtbank leunt hier op een uitspraak van een ambtenaar, die ter de zitting namens de minister verklaarde dat de gehele verkoopprocedure, inclusief het bedrag van de marktwaarde, destijds is gedeeld met het Baarnse college van burgemeester en wethouders. De Rechtbank sluit zich aan bij de opvatting van de minister dat er derhalve alle informatie aanwezig was voor voldoende democratische controle.

Fragment uitspraak
Woo-verzoek

Met het oog op die procedure is met een beroep op de Wet open overheid (Woo) afgelopen 5 april aan het college verzocht de door het Rijksvastgoedbedrijf met de gemeente gedeelde informatie over de verkoop van Paleis Soestdijk toe te sturen. Niet om langs die weg mogelijk alsnog zicht te krijgen op de in 2017 vastgestelde marktwaarde van het landgoed, maar vooral om helder te krijgen of de rijksambtenaar tijdens de behandeling van het beroep naar waarheid verklaarde dat die informatie is gedeeld met het college. Indien dat inderdaad het geval was, waarom verzweeg het college de marktwaarde dan voor de gemeenteraad?

De leugen regeert

Op 23 april komt het college met zijn antwoord op het Woo-verzoek. En wat blijkt, het college is door het Rijksvastgoedbedrijf nooit geïnformeerd over de getaxeerde marktwaarde van het Landgoed Paleis Soestdijk. De rijksambtenaar verstrekte derhalve namens de minister onjuiste informatie aan de bestuursrechter, informatie waarop de Rechtbank zijn uitspraak baseerde. Hoe schandelijk is het als een ambtenaar namens de minister willens en wetens een onjuiste verklaring aflegt in de rechtszaal? Het zet niet alleen de uitspraak van de Rechtbank in een totaal ander daglicht, maar voedt onze stelling dat er aan verkoop van Paleis Soestdijk een verdacht geurtje kleeft…

Met deze gedachte in het hoofd kijkt Behoud het Borrebos uit naar de behandeling van het bezwaar tegen de uitspraak van de Utrechtse rechtbank bij de hoogste bestuursrechter van ons land.

Zie ook: Reconstructie van een paleisverkoop

Zie ook: Als je mekaar niet meer vertrouwen kan deel II