‘Met passie en toewijding hebben wij gewerkt aan een nieuwe visie voor Paleis Soestdijk,’ zo begint de brief van het echtpaar Ton en Maya Meijer-Bergmans aan de leden van de gemeenteraden van Baarn en Soest en de Provinciale Staten. De volksvertegenwoordigers worden uitgenodigd op het paleis om zich ‘in alle rust’ te laten bijpraten over de toekomst van het landgoed – uiteraard onder het genot van een drankje en een goed belegd broodje.
Wat wordt gepresenteerd als een open en constructief gesprek, waarbij vragen mogen worden gesteld, is in werkelijkheid een besloten bijeenkomst: zonder pers, zonder onafhankelijke inbreng, en vooral zonder publiek debat. En dat alles vindt plaats op 1 april – en nee, het is geen grap.
Dit soort sessies is allesbehalve onschuldig. Wie plannen ontwikkelt met vergaande gevolgen voor natuur, landschap en erfgoed, hoort die niet in besloten kring te presenteren aan raads- en statenleden die namens de samenleving moeten oordelen. Dat zij zich in alle comfort laten ‘masseren’ door de partij met het grootste commerciële belang, is ronduit zorgwekkend. Dit heeft niets te maken met open democratie, maar alles met beïnvloeding buiten het zicht van de samenleving – achter paleisdeuren die gesloten blijven voor pers, publiek en elke vorm van onafhankelijke controle.
De gefêteerde volksvertegenwoordigers zullen deze kritiek ongetwijfeld pareren met de geruststelling dat zij zich heus niet uitsluitend laten voeden door de projectontwikkelaar, en dat er voldoende ruimte is voor andere stemmen en inzichten. Maar de weg die leidde naar het eerdere bestemmingsplan voor het landgoed – vorig jaar vernietigd door de Raad van State – laat onmiskenbaar zien hoe marginaal die invloed in de praktijk is geweest.
Bijeenkomsten over de toekomst van het landgoed Paleis Soestdijk horen niet in de luwte plaats te vinden. Ze horen openbaar te zijn, met in elk geval de pers erbij, zodat inwoners kunnen volgen wat er besproken wordt en op basis daarvan hun mening kunnen vormen. Democratie vraagt om controle – niet om broodjes achter gesloten deuren.
Kees Koudstaal