Wonderfeel en Royal Park Live: een duet in bestuurlijk onbenul

Op 4, 5 en 6 juli strijkt het festival Wonderfeel neer op Landgoed Groeneveld. Na tien jaar Schaep en Burgh in ’s-Graveland is nu Baarn aan de beurt. Zes buitenpodia, meer dan 350 musici, een mix van klassiek, pop, soul en jazz, en natuurlijk de onvermijdelijke ‘rollende keukens’ met biologische hapjes en craftbier. In ’s-Graveland trok het festival bijna drie dagen lang een kleine 10.000 bezoekers. Reken dus maar op drukte op het landgoed.

Over de muzikale inhoud laat ik mij niet uit – smaken verschillen – maar één ding is glashelder: Landgoed Groeneveld is hard op weg om een copy-paste-versie van Paleis Soestdijk te worden. Niet qua monumentenzorg, integendeel. Maar wel in het gestaag verpretparken van een ooit rustige buitenplaats  in het Natuurnetwerk Nederland. Waar natuurbeleving ooit centraal stond, regeert nu de kaartverkoop.

En ja hoor, ik hoor de bestuurders al oreren over ‘maatschappelijke functie’ en dat erfgoed zich ‘moet terugverdienen’. Alsof een bos alleen nog bestaansrecht heeft als je er een foodtruck tussen de bomen parkeert. Maar dat Wonderfeel precíes samenvalt met het eerste weekend van Royal Park Live – dat andere festival in de paleistuin van Soestdijk, waar ze dit jaar losgaan met Guus Meeuwis, Suzan & Freek, Kane en The Teskey Brothers – dat is geen ongelukkige samenloop, dat is bestuurlijk broddelwerk van de bovenste plank.

Heeft er werkelijk niemand op het gemeentehuis bedacht dat twee muziekfestivals aan de Amsterdamsestraatweg, elk goed voor duizenden bezoekers, misschien iets is waar je van tevoren even over nadenkt? Zijn ze soms vergeten hoe eindeloos er is gediscussieerd over het verkeersaanbod bij evenementen rond Paleis Soestdijk, tijdens de totstandkoming van het later door de Raad van State vernietigde bestemmingsplan? Of geldt bestuurlijk geheugenverlies als vergunningseis in Baarn?

Natuurlijk beschikken beide festivals over omgevingsvergunningen, hoewel, in Baarn weet je dat nooit helemaal zeker. Maar dat niemand de optelsom heeft gemaakt, getuigt van een bestuurlijke slordigheid waar je u tegen zegt. Of beter: het is gewoon weer een vlek op het toch al flink bevlekte blazoen van het gemeentebestuur.

Dat ze daar op het gemeentehuis de oren spitsen als Guus Meeuwis zingt, geloof ik onmiddellijk. Maar dat ze hun ogen openhouden, zou dat teveel gevraagd zijn?