In de podcast Over verloren vertrouwen gesproken… uitten wij onze onvrede over de wijze waarop de weg verloopt van een op 7 maart 2023 bij de afdeling Bestuursrecht van de Rechtbank Midden-Nederland aangetekend beroep. Het verzet volgde op de weigering van het Rijksvastgoedbedrijf de in 2017 getaxeerde marktwaarde van Paleis Soestdijk vrij te geven. Het aangetekend via Post.NL verstuurde beroep raakte onderweg naar de rechtbank zoek en moest opnieuw worden ingestuurd. Zo kon het eerst op 19 april worden geregistreerd bij de rechtbank.
Begin mei volgde er een verzoek de rechtbank bekend te maken met de redenen van het beroep. Een vreemde vraag, want het beroepschrift is immers helder gemotiveerd. Een citaat uit het uitgebreide verhaal: ‘Op 11 november 2022 reageerde de directeur-generaal Vastgoed en Bedrijfsvoering Rijk namens de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening afwijzend op mijn verzoek. Hij beriep zich hierbij op de uitzonderingsgrond van de financiële belangen van artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Woo. Tegen die beslissing maakte ik op 26 november 2022 bezwaar. Op dit verzoek volgde op 23 februari 2023 een nieuw afwijzend besluit namens de minister. Tegen dit laatste besluit teken ik bij uw rechtbank beroep aan, omdat het in mijn ogen in meerdere opzichten haaks staat op de wet.’ Ook de slotzin uit het beroepschrift laat aan duidelijkheid niets te wensen over: ‘Mijns inziens past het een transparante overheid niet om ijzerenheinig te blijven volharden in het niet openbaar maken van de marktwaarde van rijksvastgoed dat in meerdere opzichten gezien moet worden als nationaal cultureel erfgoed. Beleefd verzoek ik uw Rechtbank dan ook om het bestreden besluit te vernietigen.’
Vanzelfsprekend gepoogd in contact te komen met de rechtbank. Dat is echter makkelijker gezegd dan gedaan. Telefonisch contact opnemen met het Rechtspraak Servicecentrum bleek een mijl op zeven en op verstuurde e-mails volgden geen reacties. Een op 16 mei op deze website geplaatste en via het twitteraccount @RechtspraakNL gedeelde klaagzang verloor kort na plaatsing zijn actualiteit. Een vrijwel gelijktijdig op de deurmat gevallen brief van de rechtbank leerde, dat het verzoek de redenen van het beroep te delen met de rechtbank beruste op een vergissing. Er was sprake van een dubbele registratie.
Alle reden om de klaagzang van de website te verwijderen, een nog amper bekeken twitterbericht uit de lucht te halen en het verdere verloop van de beroepsprocedure af te wachten. De via @RechtspraakNL gedeelde tweet bleek echter ondertussen wel te zijn opgepikt door de Rechtbank Midden-Nederland. Via de telefoon volgden er excuses over de gang van zaken en werd zicht gegeven op het verdere verloop van de procedure. Zo is er op 19 april aan het Ministerie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening gevraagd te reageren op het aangetekende beroep. Aan dit verzoek bleek gisteren nog niet te zijn voldaan, terwijl voor de beantwoording een termijn van vier weken staat. Mocht het ministerie niet aan die termijn voldoet dan zal er een tweede verzoek van de rechtbank volgen. U begrijpt ondertussen wel dat er nog geen zicht is op de behandeling van het beroep ter zitting van de rechtbank…
Lees ook Minister dekt Rijksvastgoedbedrijf